
Als ik niks te zeggen heb
Wil ik dat met mooie woorden doen
Daarom kocht ik
Dit mooiewoordenboek, de luxe versie
Lederen omslag en goud op snee
Ik blader er doorheen
Het is herfst, de winter komt eraan
Het haardvuur knispert
Ik lees mooie woorden
En zwijg.

De geur van verse kruiden
Het lachen van een specht
Een bos vol herfstgeluiden
De lieve woorden die jij zegt
Het fluiten van een ketel
Het gepruttel in een pan
Het verschuiven van een zetel
Melk schenken uit een kan
Bij de warmte van de kachel
De stilte in ons huis
Een verhaal met Wammes Waggel
Opeens voel ik me thuis
Een geur, een geluid of iets wat je ziet of hoort kan plotseling een gevoel oproepen. Soms wordt je erdoor getriggert op een manier die onrust veroorzaakt. Maar gelukkig is ook vaak het tegenovergestelde het geval, als je iets waarneemt waardoor je je gerustgesteld voelt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een herinnering wordt opgeroepen aan een vertrouwde veilige situatie van vroeger. Opeens ben je terug in de beleving van warmte en de veiligheid van die omgeving. De geur van verse kruiden - opeens voel ik me thuis.

Als de stilte spreekt
Dan wil ik leren zwijgen
Zodat zij mij omvatten kan
Ik in haar armen rust.
Als de rust neerdaalt
Dan wil ik leren blijven
Om haar te voelen
Als zij mij kust.
We willen de stilte doorbreken. Rust roept misschien verveling op, waar we van weg willen.

Ik volg de lijnen in mijn handen -
Mijn vaders handen waren sterk
Die van mijn moeder ook
En ook nog warm en zacht
Handen zaaien
Handen planten
Handen oogsten
Handen maaien
De generaties voor mij
Werkten met de aarde
De ervaring van hun handen
Gaf hun leven kracht
Hun handen streelden
Hun handen werkten
Hun handen zorgden
Hun handen heelden
De lijnen van hun handen
Verbonden met die van mij
Hun handen die nu rusten
Die mij hier hebben gebracht
Handen verbinden
Handen reiken
Handen scheiden
Handen vinden
Als het onkruid tussen de stenen bij ons huis te hoog staat pak ik mijn onkruidmes/voegenkrabber, een plankje en een emmer. Ik zit met mijn knieën op het plankje en begin te krabben. Het onkruid dat ik tussen de stenen vandaan pluk gooi ik in de emmer. Het is een geduldwerkje, en niet het leukste om te doen. Maar ik kies er voor om het op deze manier te doen. Want gif gebruik ik liever niet en andere methodes om te borstelen en te schrapen bevallen mij ook niet zo. Dus ga ik op de knieën en kruip meter voor meter over de straat.
Ik las laatst het boekje Poet Warrior van de Indiaanse dichteres Joy Harjo. Een van de dingen die mij aansprak is dat zij vertelt over de band die zij voelt met haar voorouders. Hoe zij nog steeds voelt dat die aanwezig zijn in haar leven en advies geven voor haar leven. Bijzonder om op die manier te beseffen waar je vandaan komt, wat doorgegeven wordt en hoe je zelf ook het leven doorgeeft. Het zet mij aan het denken over mijn eigen voorouders, welke band voel ik met hen? En als wij die band kwijtraken, wat betekent dat dan voor ons leven?
Terwijl ik op mijn knieën zit en onkruid pluk denk ik terug aan mijn jeugd, toen ik als bijbaantje in de tuinbouw werkte. Voornamelijk tomaten plukken, maar soms in de zomervakantie hielp ik ook bij ander werk. Ik herinner me dat de tomatenplanten weggehaald waren. De aarde in de kas moest worden schoongemaakt en klaargemaakt voor een nieuw gewas. Dat schoonmaken deden wij op onze knieën, wij kropen met een kist over de grond en raapten oud blad en resten tomaten op. Niet meer van deze tijd, ik weet het. Maar toen was dat wat ik deed en wat ik mijn vader ook wel had zien doen: werken met zijn handen, de aarde bewerken.
Toen besefte ik: mijn ouders en hun ouders werkten met hun handen. Handenwerk wordt tegenwoordig niet meer zo gewaardeerd denk ik, zeker niet als het eenvoudig werk is. Maar op dit moment, hier op mijn knieën werk ik ook met mijn handen en, tot mijn verrassing, geeft het me een goed gevoel. Ik kijk naar mijn handen en denk aan de werkhanden van mijn vader, van mijn opa en van de generaties voor hen. En het wordt alsof ik samen met hen dit klusje klaar. Het schept een gevoelsmatige band met hen, waar ik trots op ben: wij werken samen! En als ik klaar ben kijk ik tevreden naar het resultaat. Ik volg de lijnen in mijn handen.