In het oude park
achter de waterput
in de schaduw
van de lindeboom
stond een bankje
van papier.
Hoe dat kan
dat weet ik niet
het stond er
al heel lang
wij kinderen
kwamen altijd hier.
Ons bankje,
volwassen mensen
zien zo’n bankje niet
ons bankje,
ons bankje
van plezier.
Maar het donker kwam
je ging, het regent dat het giet
zoals dat zo dikwijls
in het leven gaat;
alleen nog in gedachten
op ons bankje hier.
Gedachten
zijn het echte leven niet,
ik wil iets doen
ik wil op zoek
ik vind ons bankje wel
ik vind wel een manier.
Langzaam loop ik op het pad
en lees de namen
van hen die waren
voordat
wij hier liepen samen
Bij deze stille stenen
voor hen hier opgericht
- koude letters in graniet
bewenen
wij die hier nu ligt
Op de drempel bleven wij nog even staan
om te kijken naar elkaar. Een klein moment
van bezinning voordat wij verder gaan
Dan een stap naar voren; het nieuwe jaar is pril
De beste wensen voor jezelf en ieder die je kent
En vul je tijd met liefde, dan staat je tijd nooit stil.
Oudejaarsdag, de laatste dag van ‘t jaar
Dat is voor mij een oliebollenfeest
In olie gebakken en lekker gaar
Oudejaarsdag, de laatste dag van ’t jaar
In de winter zoek je warmte bij elkaar:
Hoe is dit jaar voor jou geweest?
Oudejaarsdag, de laatste dag van ‘t jaar
Dat is voor mij een oliebollenfeest!
Buiten is het koud
Maar binnen is het warm
Ik hou van de Winter
Zij is mijn moeder
Slim en nieuwsgierig
Vol met streken
Ik hou van de Vos
Hij is mijn vader
Toelichting: De achternaam van mijn moeder is de Winter, die van mijn vader Vos