Dat mannen bijna geen sieraden dragen…
Kom laten we een ijsje halen
Het zijn zulke warme dagen
Ik zal het wel betalen
Ja, het maakt mij natuurlijk niets uit
Maar, waarom ze dáárvoor kiest?
Het leven gaat vooruit
En er gebeurt niets
Hoewel, we gaan zondag chillen
Het is onze eerste date
En we kunnen doen wat we willen
Het is maar dat je het weet
De zon schijnt en ik loop over de markt. Kooplui prijzen hun koopwaar aan: “Aardbeien, drie voor drie!” Mensen lopen voorbij, sommige slenteren, anderen haasten zich tussen de slenteraars door. Op weg naar een doel, een boodschap, of zomaar even lopen. Mensen begroeten elkaar, nemen afscheid of maken een praatje. Tijdens het lopen vang ik flarden op van gesprekken, woorden in de wind.
De context ken ik natuurlijk niet, maar sommige zinnen blijven hangen. Een of twee zinnen en dan zijn de sprekers alweer voorbij en komt het volgende flard van een gesprekje bij me binnen. Een onsamenhangend geheel, of toch niet?