Mijn gedachten laten mij niet met rust

Ze blijven steeds maar redeneren

Ik krijg ze met geen mogelijkheid gesust

'Niet-denken', wie kan mij dat leren! 

 

Geen methode die ik vertrouwen kan

Omdat in elke redenatie wel iets mist

En mijn denken? Die ontdekt dat dan

En gaat nog meer denken, zeer beslist. 

 

Mijn denken is zoals een trein

Die, eenmaal op stoom gekomen, 

Niet meer te stoppen is. Dat doet pijn

En weerhoudt mij van mijn dromen. 

 

Mijn denken houdt mij uit mijn slaap

Door steeds te blijven praten

Het gaat maar door en door, 

Heeft dat helaas niet in de gaten. 

 

Lief denken, gun mij even rust

Blijf niet altijd redeneren

Zonder denken kan ik vaak bewust

Ook van mijn ervaring leren. 

 

 

Piekeren heeft iets paradoxaals in zich.

Als piekert heb je daar vaak geen controle over. Het gebeurt automatisch. Er heeft zich iets voorgedaan, of je hebt iets waargenomen en je voelt je daar angstig of bezorgd over. Dan begin je er over na te denken, te redeneren. 

De onderbewuste bedoeling daarvan is het probleem onder controle te krijgen, of zekerheid te krijgen: als ik dit oplos, dan kan ik rusten. Maar je denken is zo slim dat het steeds weer gaten vindt in je redenering. En dan begint het denken opnieuw, met nog meer energie. 

De paradox is dat het piekeren bedoeld is om iets op te lossen, maar nu juist onderdeel van het probleem wordt. Want 100℅ zekerheid zal je piekerende brein niet vinden. En toch blijft het dat wel proberen. 

Uiteindelijk gaat het over veiligheid. Als de veiligheid hersteld kan worden, dan stopt het piekeren. Dat is misschien gemakkelijk gezegd, maar vaak niet zo gemakkelijk gedaan.