“De dood mag dan op zichzelf niets zijn, maar het besef van de dood is in de meeste culturen een wezenlijk deel van het leven. En dat is misschien nergens meer waar dan in Japan, waar de nadering van de dood aanleiding heeft gegeven tot een eeuwenoude traditie van het schrijven van doodsgedichten (death poems).” Met deze regels begint het boek Japanese Death Poems van auteur Yoel Hoffman.
Het gaat om de traditie dat iemand kort voor het overlijden nog een laatste gedicht schrijft, vaak zelfs op de dag van het overlijden zelf. Het boek bevat een verzameling van honderden gedichten – meestal haiku, waaronder veel van Zen-monniken en haiku-dichters. Het zijn over het algemeen geen trieste of sentimentele gedichten, ze verwijzen vaak naar de schoonheid en vergankelijkheid van het leven of naar de overgang naar een ‘andere wereld’. Interessant om te lezen omdat het ook een inkijk biedt in dit aspect van de Japanse cultuur met vaak aansprekende gedichten. Het lezen zelf geeft ook een verdiepend besef over leven en sterven.
Sommige van de geciteerde dichters overleden al op jonge leeftijd, rond de twintig of dertig jaar. Anderen bereikten leeftijden van 80 jaar of meer. Ik las ooit ergens dat ieder leven compleet is, ook al is het maar erg kort. Dat vind ik een troostrijke gedachte, maar eerlijk gezegd soms ook lastig te aanvaarden.
Ik vraag me af of de drang om een doodsgedicht te schrijven is ingegeven door het verlangen om iets achter laten bij het sterven. Dat lijkt me dan weer in tegenspraak met het Boeddhistische idee van onthechting. Soms is de aarzeling tussen het verlangen om een doodsgedicht te schrijven en de afkeer van een "onnatuurlijke" daad merkbaar in de doodsgedichten, zoals bijvoorbeeld zoals in dit gedicht van Toko (1710-1795), door mij vrij vertaald:
die doodsgedichten / zijn alleen maar misleiding / dood is gewoon dood.
Onvermijdelijk
omdat ik geboren ben
moet ik ook sterven!
Haibun