Een waterdrager in China had twee grote potten, die elk aan een stok hingen die hij over zijn nek droeg. In één van de potten zat een barst, terwijl de andere pot perfect was en altijd een volle portie water leverde. Aan het eind van de lange wandeling van de beek naar het huis, kwam de gebarsten pot maar halfvol aan. Twee jaar lang ging dit dagelijks zo door, waarbij de drager slechts anderhalve pot vol water bij zijn huis afleverde. Natuurlijk was de perfecte pot trots op zijn prestaties, perfect waarvoor hij gemaakt was. Maar de arme gebarsten pot schaamde zich voor zijn eigen onvolmaaktheid, en voelde zich ellendig omdat hij maar de helft kon doen van waarvoor hij gemaakt was. Na twee jaar van wat hij als een bittere mislukking beschouwde, sprak hij op een dag tot de waterdrager bij de beek. "Ik schaam me, want door deze scheur in mijn zij lekt het water helemaal terug naar uw huis."
De drager zei tegen de pot: "Is het je opgevallen dat er alleen aan jouw kant van het pad bloemen stonden, maar niet aan de kant van de andere pot? Dat komt omdat ik altijd heb geweten van je gebrek, en ik heb bloemzaadjes geplant aan jouw kant van het pad, en elke dag terwijl we teruglopen, heb je ze water gegeven. Twee jaar lang heb ik deze prachtige bloemen kunnen plukken om de tafel te versieren. Zonder jou, zoals je bent, zou er niet zoveel moois zijn om het huis te sieren.
Ieder van ons denkt dat we op een bepaalde manier gebarsten zijn. Maar dat komt omdat we ons alleen identificeren met onze identiteit -bijvoorbeeld water serveren aan mensen- in plaats van mensen te dienen, en de bloemen of de sfeer ook.
Als je iets niet kunt veranderen, ontdek dan waar het voor is.
Bron:
http://www.aamindell.net/innerwork/