Boos! Ja, dat kan ik soms wel zijn
Dan ben ik echt een mopperkont
Net als een oude jagershond
Ontblote tanden, zonder gein
Dan zeg ik alles met venijn
En woedend sla ik in het rond:
Boos!
Ik weet het wel, het is niet fijn
Maar ’t wortelt in een diepe grond
Want iets in mij voelt zwaar verwond
Ik schreeuw het uit van diepe pijn:
Boos!
Als zaken niet lopen zoals je wilt, of wanneer je wordt tegengehouden om iets te bereiken word je boos. Boosheid kan je de energie en kracht geven om zaken voor elkaar te krijgen. Dat is de positieve kant van boosheid, het zet je in beweging in de richting van je doel.
De keerzijde van boosheid kan echter zijn dat je een vijandsbeeld ontwikkelt van de mensen waarmee je te maken hebt. En andersom ontwikkelen zij ook gemakkelijk een vijandsbeeld van jou.
Die vijandsbeelden staan verbinding en communicatie in de weg. Je luistert niet meer naar de ander. Want je wilt alleen nog maar dat er naar jou geluisterd wordt, daarvoor haal je alles uit de kast. Argumenten, gebeurtenissen uit het verleden, conclusies en oordelen over de ander, enzovoorts.
Het risico is dat je daardoor de energie van je boosheid gebruikt om de ander nog verder van je af te duwen. En dan beweeg je al snel van je doel af.
De kunst is om de boosheid te accepteren, maar tegelijk te beseffen dat die boosheid een signaal is dat een van jouw belangrijke behoeften of waarden in de verdrukking is gekomen. En dáárover te gaan communiceren. Op die manier kun je de energie en kracht van je boosheid op een nuttige manier inzetten.