Dat je heel gelukkig mag zijn
Vreugdevolle gedachten in je brein
Ook goede gezondheid wens ik je toe
Veel energie in je lijf, zelden moe
En fijne relaties zijn hiervoor de clou:
Dat je heel gelukkig mag zijn
Dat jij jezelf warm en veilig mag weten
Beschermd tegen kwaad, hoe dat ook mag heten
Op levensvragen antwoorden zult weten:
Vreugdevolle gedachten in je brein
Dat je heel gelukkig mag zijn
Vreugdevolle gedachten in je brein
Gemak en ontspanning in overvloed
En telkens weer een opgeruimd gemoed
Verbinding als je dingen samen doet:
Dat je heel gelukkig mag zijn
Dat je heel gelukkig mag zijn
Vreugdevolle gedachten in je brein
Horace Mann
Was een echte onderwijsman
Hij hervormde de onderwijsrelevantie
En bedacht, in 1837, ook nog de zomervakantie!
Het leven is slechts tijdelijk aan ons gegeven
Het wordt zo vaak gezegd
En dan voel ik de kwetsbaarheid van leven
Omdat ik mij zo sterk aan mensen hecht
Het wordt zo vaak gezegd
Dat ik in het leven ook loslaten moet
Omdat ik mij zo sterk aan mensen hecht
Dat zit nu eenmaal in mijn bloed
Dat ik in het leven loslaten moet
Loslaten, ik weet niet of ik dat wel kan
Dat zit nu eenmaal in mijn bloed
Leer anders vasthouden, zegt men dan
Loslaten, ik weet niet of ik dat wel kan
Want loslaten doet mij zo dikwijls pijn
Leer anders vasthouden, zegt men dan
Ja, dat zou misschien wel beter zijn
Want loslaten doet mij zo dikwijls pijn
En dan voel ik de kwetsbaarheid van leven
Ja, dat zou misschien wel beter zijn
Het leven is slechts tijdelijk aan ons gegeven
Nee, aan zoveel rood zijn wij toch niet gewend
Grauwe gans en witte zwaan die zijn bekend
Grote vogels, veel subtieler kleurenspel
Hoe kom jij toch hier in het Bossche Gement?
Een vuiltje op mijn brillenglas
Ik had het eerst niet door
Dat streepje op mijn brillenglas
Waar ik me nu aan stoor
Daarom veeg ik met mijn vinger
Het gaat helaas niet weg
Groter wordt het, niet geringer
Dus dat is vette pech
Het vet dat op mijn vinger zat
Dat zit nu op het glas
Helaas, zo zie ik nu geen spat
‘t Is erger dan het was
Ik neem mijn bril nu van mijn hoofd
Dat is een klein gebaar
En zie wat mij van ‘t zicht berooft:
Het is een wimperhaar
Dus loop ik naar de waterkraan
Poets met water en met zeep
Opdat het vuil er af zal gaan
En ik weer zien kan, zonder streep!
