Mijn vader was een mooie man

Mijn moeder was een hele mooie vrouw

En de dag zij elkaar ontmoetten

Was een hele mooie dag

 

De zon scheen zacht

Er was bijna geen wind

Het plein was leeg

Zij keken naar elkaar

 

Ze spraken niet

Of toch?

Hun lichaam sprak

 

Hij heeft me later uitgelegd

Dat niemand ooit

Zulke mooie dingen had gezegd.