Hij was er, tot hij ging.

’t Was niet perfect,

dat weet ik wel, maar:

hij wás er – tot hij ging.

 

Hij ging zo ver hij kon.

Ik wilde dat het verder was,

dat weet ik wel, en toch:

hij ging zo ver hij kon.

 

Hij kende liefde en verdriet

soms boosheid en ook pijn.

Kon ik nog even bij hem zijn:

hij kende liefde en verdriet.