Ik ben die blauwe reiger

Die roerloos in het gras

Daar langs de slootkant staat

Wachtend, op wat komen gaat

 

Ik ben die rode fazant

Veilig verborgen in ‘t hoge gras

Waar ik mijn voedsel haal

Tot ik opvlieg met veel kabaal

 

Ik ben die vlinder

Die, kwetsbaar blauw,

Op tere vleugels vliegt

Op zoek, op zoek naar jou