De rivier is lang en breed
het water stroomt te snel,
te koud, te donker en te diep,
de andere oever onbereikbaar ver.
De fuut kijk mij argwanend aan
duikt onder en verdwijnt.
Net als ik denk dat hij verdronken is
Komt hij daarginds weer boven.
Hij kijkt opnieuw naar mij
alsof hij spottend zeggen wil:
hier ben ik en daar blijf jij!