Stilte bij het meer
Zittend in de lentezon aan de rand van het meer
Onder mij het zand, vóór mij weerspiegeling van water
Gegak van ganzen, gesnater van eenden
De zon schijnt dubbel in mijn gezicht
Het is stil, de wind ruist, de vogels zingen
Naast mij zit een man in de schaduw
Hij spreekt over zijn mislukte leven
Over pijn en verlies en dat soort dingen
Verraad, verloren liefde; zijn hart doet zeer
Zijn lichaam stram en stijf
“Langzaam loopt het leven uit mijn lijf”
Hij zucht, staart zwijgend over het meer
Stilte
De zon schijnt, de schaduw wijkt, de man verdwijnt
Het koele zand, het licht weerspiegelt in het meer
Die man in de schaduw, die soms aan mij verschijnt
Misschien is hij genezen deze keer