Sommige strategieën om in balans te blijven zijn slechts verhulde verdringing. Je kunt bijvoorbeeld diepgaande en complexe gevoelens ervaren, maar doen alsof je niets voelt. Je begraaft alles in de kelder van je geest. Jung noemde dit ‘de terugkeer van het verdrongene’. Je hebt nog maar net iets dat je over jezelf niet kunt accepteren via de voordeur naar buiten gejaagd, of het is via de achterdeur alweer naar binnen geslopen. En daar wacht het om je opnieuw te confronteren. Het is een merkwaardige eigenschap van ons bewustzijn dat als je iets opzettelijk probeert kwijt te raken, of er niet meer aan te denken, je het uiteindelijk alleen maar versterkt.
Dit idee komt op humoristische wijze tot uiting in een verhaal dat ik ergens hoorde. Een man ging naar een goeroe omdat hij het moeilijk vond om te mediteren omdat zijn geest verstrooid was. De goeroe zei tegen hem: "Ik wil dat je naar huis gaat en niet aan apen denkt." Verbaasd over het advies, omdat hij nooit aan apen dacht, ging de man toch naar huis om het advies uit te voeren. Eenmaal thuis begon hij te proberen om niet aan apen te denken. Eerst was er één aap, toen waren er twee apen en toen waren er tien apen. Binnen twee uur was hij terug bij de goeroe omdat zijn geest een exclusieve apenjungle was geworden. Er is dus iets vreemds in het bewustzijn, in de geest, dat als je ergens een punt van maakt, het zich kan uitbreiden en bezit van je kan nemen.
Bron: O'Donohue, John; Quinn, John. Walking in Wonder: Eternal Wisdom for a Modern World (p. 127). Harmony/Rodale/Convergent. Kindle Edition.
