Nu alles is gezegd,

alle woorden zijn gesproken,

kijk je naar buiten

en ik weet

dat je wilt gaan.

 

Het raam staat open,

’t is lente, bijna zomer

de warmte van de zon

daarbuiten, ook hierbinnen

horen wij de vogels zingen.

 

Ik sta op en sluit het raam,

een loos gebaar

dat weet ik wel.

Als ik me omdraai

dringt toch eenzaamheid naar binnen.