Er was eens een wijs man, die in een klein stadje woonde en waar veel mensen naar toe kwamen voor inlichtingen en advies. Op een zekere dag kwam iemand die pas in de stad was komen wonen naar hem toe en vroeg: “Wat voor soort mensen wonen hier?”

De wijze antwoordde met een tegenvraag: “Wat voor soort mensen woonden er in de stad waar u vandaan komt?” De pas aangekomene antwoordde: “O, het was een vreselijk stel. Onvriendelijk, gemeen, afstandelijk en heel moeilijk om mee om te gaan.” “Wel,” zei de wijze, “U zult ze hier niet veel anders vinden.”

Wat later kwam een ander pas aangekomene bij hem met dezelfde vraag: “Wat voor soort mensen wonen hier?” De oude man antwoordde met dezelfde tegenvraag: “Wat voor mensen wonen er in de stad waar u vandaan komt?” “O,” zei de tweede pas aangekomene, “Het zijn heel aardige mensen, vriendelijk en goed. Het speet mij om hen te moeten verlaten.” “Dan,” zei de wijze, “Zult u hier precies dezelfde mensen vinden.

Bron: Gedachten hebben kracht (1920); Henry T. Hamblin (1873-1958)